Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal geschieden, gelijk als gij, o huis van Juda! en gij, o huis Israels, geweest zijt [27]een vloek onder de heidenen, alzo zal Ik ulieden behoeden, en [28]gij zult een zegening wezen; vreest niet, laat uw handen sterk zijn. 27. Dat is, met allerlei vloek, jammer en ellende als overstelpt. 28. Dat is, gij zult van mij gezegend en met allerlei goed begenadigd worden. Zie Gen.12:2, en vrg. Hag.2:20.